Soms voelt een overheid zich geroepen om bijkomende informatie te vragen zodat ze beter kan inschatten wat de offerte van een inschrijver juist behelst. De vraag is dan hoever de bevraagde inschrijver dan kan/mag gaan in het geven van verduidelijking.
Het lijkt er sterk op dat het niet aangeraden is om bijkomende stukken op te sturen maar dat de verduidelijking zich beperkt tot bijkomende uitleg in de vorm van een beschrijving. De inschrijver die bijkomende stukken bezorgt, riskeert immers geconfronteerd te worden met het verwijt dat hij de mogelijkheid kreeg om zijn offerte aan te vullen wat in strijd zou zijn met het beginsel dat alle inschrijvers gelijk behandeld moeten worden (arrest van 26 februari 2015).