Wanneer een aanbestedende overheid ervoor kiest om een opdracht te gunnen met een onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking, dan beslist ze zelf aan welke potentiële leveranciers ze vraagt om een offerte in te dienen. Een van de gecontacteerde leveranciers kan dan niet op zijn beurt een collega bij die gunningsprocedure te betrekken. In principe is het dan ook niet mogelijk dat de aanbestedende overheid de opdracht toewijst aan een firma die ze zelf niet bij de onderhandelingen betrokken heeft.
De kaarten liggen natuurlijk anders als de overheid een offerte vraagt aan een lokale leverancier, er daarbij verkeerdelijk van uitgaand dat het om een afzonderlijke juridische entiteit gaat. In zo'n geval kan de juridische entiteit waarvan de lokale 'feitelijke entiteit' deel uitmaakt een offerte indienen, de onderhandelingen voeren en dus eventueel de opdracht toegewezen krijgen (arrest van 18 december 2014).