
'Eigenaars zullen tegen 2020 hun onroerend goed niet langer kunnen verhuren als het gebouw niet voldoet aan de isolatienormen uit het Energierenovatieprogramma 2020. Om al die kosten te kunnen betalen, zijn eigenaars op zoek naar een toegankelijke groepsfinanciering', vertelt Tom De Troch, directeur bij Federale Verzekering.
De collectieve lening mede-eigendom (vme-lening) werd een aantal jaar geleden in het leven geroepen als antwoord op de vraag naar betaalbare groepsfinanciering. Niet de eigenaar zelf van een appartement klopt aan bij de kredietverlener, wel de vertegenwoordigers van het gehele appartementsgebouw, de zogeheten vereniging van mede-eigenaars. Op deze manier kan samen geleend worden zonder dat men gezamenlijk aansprakelijk is.
De onafhankelijke belangengroep Verenigde Eigenaars, die sinds 40 jaar de belangen van vastgoedeigenaars verdedigt, volgt de voorspelling van Federale Verzekering. Katelijne D'Hauwers, directeur bij Verenigde Eigenaars, ziet de jongste jaren een spanningsveld ontstaan tussen eigenaars met een appartement als opbrengsteigendom en mensen die het appartement enkel als tweede verblijf persoonlijk gebruiken.
'De renovatie van gemeenschappelijke delen zoals een dak dienen door een drievierde meerderheid van de algemene vergadering goedgekeurd te worden. Mensen die het appartement niet verhuren, zijn niet meteen bereid om die plotse extra investering te doen en stemmen tegen. Wat velen niet weten, is dat de vme een sanctie kan oplopen wegens derving van inkomsten van mede-eigenaars die hierdoor niet meer zouden kunnen verhuren', aldus D'Hauwers.
Een vme-lening biedt dan soelaas. In de eerste plaats is ze goedkoper dan een persoonlijke lening, vaak zelfs tot 5% renteverschil. Bovendien is een persoonlijke screening van inkomen en leeftijd niet nodig. Ten slotte ben je nooit zelf aansprakelijk voor niet-terugbetaling door een andere eigenaar.