
Omdat steeds meer open terrein wordt ingenomen voor bebouwing of verhardingen krijgt regenwater minder kans om in de bodem te infiltreren. Daardoor worden de grondwatervoorraden minder aangevuld, wat tot waterschaarste kan leiden. Anderzijds moet alle water dat niet kan infiltreren wel worden afgevoerd. Dat ligt dan weer aan de basis van overlopende rioleringen en waterlopen, die een vervuiling van het oppervlaktewater kunnen veroorzaken. Andere negatieve gevolgen zijn slecht functionerende waterzuiveringsinstallaties en lokale wateroverlast.
Nieuwe verhardingen worden daarom het best uitgevoerd in waterdoorlatende of waterpasserende materialen. Wienerberger heeft hiervoor kleiklinkers (foto) ontwikkeld met waterdoorlatende voegen. Hiermee is minstens 10% van de verharde oppervlakte waterdoorlatend. Zo krijgt het water de kans om langzaam en op een natuurlijke manier in de bodem te infiltreren. Slechts een beperkt deel van het hemelwater moet nog langs de riolering worden afgevoerd.